dinsdag, oktober 25, 2005

Begroten gemeenten beter?

Column Binnelands Bestuur dd 21 oktober 2005

Deze weken behandelen parlement en gemeenteraden de begrotingen 2006. Wie interesse heeft dat te volgen kan de begrotingen van de rijksoverheid kopen, de losse delen tezamen kosten bijna 1000 euro maar bij een abonnement op alle begrotingen is een fikse korting mogelijk. Dan maar naar het internet. Hoe toegankelijk is de rijksbegroting op internet ? Dat valt niet mee – helaas.
Kort voor de zomer werd de website van het parlement uitgeroepen tot de slechts toegankelijke. Sportief nam kamervoorzitter Wijnglas de bijbehorende trofee in ontvangst en beloofde beterschap. Maar daar moeten we dus nog maar even niet zijn.
Bij de departementen dan? Op diverse startpagina’s van departementen staan kopjes als begroting of Prinsjesdag, bij andere is de begroting te vinden achter een button als ‘dossier’ of via de zoekfunctie. Doorgaans is zo de begroting 2006 wel te vinden, een link naar oudere is er heel soms. Suppletore begrotingen en jaarverantwoordingen zijn lastig te traceren maar de volhouder lukt het wel. Wie wil zien hoe bijvoorbeeld de begroting 2004 van een departement er uit zag, welke suppletore begrotingen nadien zijn ingediend en welke beleidsresultaten uiteindelijk geboekt wacht een hels karwei, meer dan redelijk is om te spreken over een ‘toegankelijke begroting.
Maar er is hoop. Sinds kort is rijksbrede site rijksbegroting.minfin.nl. geheel vernieuwd. Dit is een stap voorwaarts omdat daar alle rijksbegrotingsstukken zullen worden gepost, ook suppletore en verantwoordingen. En zeker als begrotingsstukken over meerdere jaren daar te vinden zijn is dit een mooie verbetering. Maar voldoende?
Ten eerste valt op dat de geposte stukken alleen door ze te printen aan elkaar te verbinden zijn. Belangstellende kunnen dus alleen een cijferoverzicht maken door heel veel stukken te printen. Directe links met verwijzingen naar eerdere jaren of begrotingen van andere departementen ontbreken. Ook staan in de begrotingsteksten wel doorverwijzingen naar belangrijke beleidsnota’s die nodig zijn om de voorstellen te beoordelen maar een hyperlink ontbreekt. Dat zou veel beter kunnen!
Ten tweede zou het gewenst zijn dat geïnteresseerden die geen lange lappen tekst willen lezen een eenvoudige cijferdatabase kunnen raadplegen met begrotingsdata. Dat systeem bestaat al meer dan tien jaar, het Interdepartementaal Budgettair Overlegsysteem maar is slechts te raadplegen voor geautoriseerde departementsambtenaren. Een publieksversie ervan wordt node gemist.
Ten derde zou een mogelijkheid tot interactie tussen begrotingsopstellers en burgers nieuwe kansen scheppen voor interactieve beleidsvorming. Bijvoorbeeld op de website van de Pvda is door leden en criticasters levendig gediscussieerd over de ‘Beterbegroting’. Kunnen burgers dat in de toekomst ook doen over de rijksbegroting?
Eigenlijk ben ik heel benieuwd of het rijk van gemeenten kan leren. Wie wijst me op de beste gemeentelijke website waarop ik zou kunnen terugvinden zaken als gemeentelijke budgettaire kerncijfers van meerdere jaren, slim gekoppelde beleidsmatige en budgettaire informatie en als klap op de vuurpijl de mogelijkheid voor een burger om interactief mee te denken? Uw tips zijn mogelijk tot 1 december, daarna doe ik u verslag van de best toegankelijke gemeentelijke begroting.

maandag, oktober 10, 2005

De BV Nederland

Column Binnenlands Bestuur dd 7 oktober 2005

Mag een overheidsorganisatie zelf marktactiviteiten gaan verrichten om zo de marktwerking te verbeteren? Mag een gemeente een eigen aannemersbedrijf starten, elders vuilnis gaan ophalen of gemeentelijke postbodes werven? Onverwacht is dit debat weer aangezwengeld.
Het debat of marktactiviteiten ook door overheidsorganisaties mogen (blijven) plaatsvinden loopt al meer dan 10 jaar. Waarom zouden we een gemeentelijk slachthuis in stand houden als er voldoende commerciële vleesverwerkers zijn? Waarom moeten ambtenaren de plantsoenen schoffelen wanneer voldoende hoveniers dit kunnen. Een tijdloos debat. Alles wat overheden thans aan taken uitvoeren is ooit eerder door bedrijven gedaan, en andersom, stelde beleidswetenschapper Aaron Wildavsky vast. Legers zijn lang privaat gefinancierd, bordelen en drugsverkoop zijn in overheidshanden geweest.
Toch is het debat vooral geformuleerd als kritiek op overheidsorganisaties die tegen betaling extra werkzaamheden verrichten. Voorbeelden te over. Het KNMI vermarktte weerinformatie, universiteiten verrichten betaald onderzoek, gemeentelijke vuilnisophaaldiensten knapten elders klusjes op en het gevangeniswezen heeft haar productenpakket buiten de traditionele wasknijpers om sterk verbreed.

Kritiek hierop betreft zowel economische als culturele aspecten. Economische bezwaren komen er in de kern op neer dat marktactiviteiten kunnen worden gekruissubsidieerd vanuit de publieke budgetten van overheidsorganisaties. Hierdoor worden private partijen oneigenlijk beconcurreert en tarieven met belastinggeld kunstmatig laag gehouden.
Als meer cultureel bezwaar geldt dat marktactiviteiten uiteindelijk publieke taken zouden verdringen. De beste krachten, de meeste energie en innovatie gaan zitten in markactiviteiten, de publieke taakvervulling wordt gaandeweg verwaarloosd.

Hoewel een door Economische Zaken ingediend wetsvoorstel 'Markt en Overheid' nooit door het parlement en de kritiek op ‘hybride organisaties’ niet onweersproken is gebleven, blijft de heersende teneur dat overheden terughoudend moeten zijn met marktactiviteiten.

Nu echter wakkert de kersverse VU-hoogleraar Gradus in zijn oratie dit debat weer aan. Hoewel hij in algemene zin tegen marktactiviteiten van 'hybride' organisaties is, ziet hij één reden om dit toch toe te staan, namelijk wanneer een markt slecht werkt door gebrek aan aanbieders. Via berekeningen en schattingen voor de gemeentelijke huisvuilinzameling maakt Gradus aannemelijk dat tal van gemeenten erg duur uit zijn door gebrek aan reële keuzen, nu in bepaalde provincies slechts een of enkele aanbieders de markt domineren en dus sprake lijkt van regionale monopolies of kartels. Dan zou de marktwerking in theorie dus juist verbeteren wanneer nog bestaande gemeentelijke huisvuilinzamelaars ook in andere gemeenten meedingen om opdrachten, in concurrentie met private aanbieders. Verbeterde marktwerking door nieuwe (publieke) toetreders zouden kunnen leiden tot besparingen bij opdrachtgevers in de ordegrootte van 1/6 van de kosten, aldus indicatieve becijferingen van Gradus.

Zijn zienswijze opent de weg voor veel aanvullende vragen die wel een antwoord verdienen. Zijn er ook andere remedies om de marktwerking te verbeteren dan publieke toetreders? Voor welke terreinen gaat de redenering van Gradus op? Is de beoogde postbezorging door sociale werkplaatsen nu economisch gelegitimeerd? Moet in geval van onvoldoende aanbieders of kartelvorming de overheid in het uiterste geval een eigen bedrijf beginnen of zelfs een private partij overnemen? Een goed debat is nodig voordat er gemeentelijke supermarkt komen, louter omdat de laatste buurtsuper in kleine dorpen zo duur is.